Gelijktijdig met de eerste betaalde vakantiedagen in 1936, vond de Route des Grands Crus dewijn toerisme, een nieuwe manier van reizen.

Gemaakt in 1937 door le Departementale Raad van de Côte-d'Or, het is de oudste wijnroute van Frankrijk en de eerste die de weg heeft geëffend voor la toeristische ontdekking van een wijngaard. Met de democratisering van de auto en het vrijetijdsverkeer heeft het een reputatie verworven die tot ver buiten de Franse grenzen reikt. De route doorkruist 37 legendarische dorpen en twee steden, Dijon et Beaune, een enorme erfgoed rijkdom.

 

Troeven die vakkundig naar voren zijn gebracht door de acteurs, professionals en politici van het interbellum. Het opnieuw bezoeken van de zeer oude Bourgondische wijntraditie die teruggaat tot de grote abdijen middeleeuwse benedictijnen en cisterciënzers, de wijnbouwers  uit de jaren 30 wilden de reputatie van hun beroep herstellen. In 1934, geschokt door de crisis, richtten ze à  opNuits-Saint-Georges, la Broederschap van de Ridders van Tastevin.

​

Anderen volgden in de jaren 60. Vanaf 1938 la Tournante Saint-Vincent  die ze elke winter organiseren wint de steun van een nieuw publiek, aangetrokken door de toeristische route en zijn culturele vitaliteit. L'wijn toerisme  begon al vorm te krijgen.